Eerste Handen-uit-de-mouwenreis

Geschreven door reisleider Rita Quartel van 21 – 28 februari 2024

22 februari 21:47

De eerste van drie Handen-uit-de-mouwenreizen is gisteren aangekomen in Israël. Het oorspronkelijke idee was om met een groep van 20 personen vrijwilligerswerk te doen in Israël, maar vanwege een overweldigende belangstelling werden het uiteindelijk drie reizen met 30 tot 40 personen – en veel teleurgestelde thuisblijvers.

Op mosjav Tkuma (op 5,5 kilometer van Gaza) hebben we geholpen bij het sinaasappels plukken. Een familiebedrijf van zo’n 120 hectare kampt sinds 7 oktober met een enorm tekort aan medewerkers. Vandaag konden we door onze komst iets voor hen betekenen: met elkaar (32 personen) hebben we 18 ton (18.000 kilo – géén typefout 🙂) sinaasappels geplukt. De eigenaren waren dolblij met onze hulp. Onze komst was voor hen een enorme bemoediging. Dat horen we op meer plekken. Men vindt het geweldig dat we juist in deze tijd naar Israël komen om te helpen, terwijl we het zelf als een voorrecht ervaren hier nu te kunnen zijn.

We hebben een mooie en gemotiveerde groep mensen met liefde voor Israël (en sinds vandaag ook voor Israëlische sinaasappels 🙂🍊) Het verlangen nú iets voor Israël te betekenen, staat bij iedereen voorop. De onderlinge verbondenheid tijdens de reis ervaren ze als een verademing. Oppervlakkig gezien lijkt het ‘gewone’ leven in Jeruzalem zich een klein beetje te herpakken, maar de wonden zijn diep, het trauma nog altijd levensgroot en de gijzelaars in ieders gedachten.

27 februari 09:53

Vanavond hadden we een bijzondere gast in ons midden: Yossi Engel, de opa van de vrijgekomen gijzelaar Ofir Engel (die na 7 oktober het Nederlandse staatsburgerschap kreeg). Bijzonder om zijn verhaal te horen. Hij riep ons ook nadrukkelijk op – eenmaal terug in Nederland – aandacht te blijven vragen voor de nog altijd 134 gegijzelden in Gaza, iets wat de wereld allang vergeten lijkt te zijn.

Na het sinaasappelplukavontuur van vorige week hebben we op een andere locatie ook de nodige kilo’s clementines geplukt. Een net iets andere tak van sport, omdat de clementines met een schaartje van de tak geknipt moeten worden. De opbrengst was iets minder legendarisch dan de 18.000 kilo sinaasappels, maar nog altijd een mega-record in een paar uur tijd in vergelijking met andere vrijwilligers. Wederom tot verbazing van de eigenaar van de boomgaard, die dan ook veel meer kratten (met elk 360 kilo inhoud) moest aanslepen dan oorspronkelijk gepland.

Gisteren reden we al vroeg richting de Negev. We bezochten er ADI, dat sinds vorig jaar ook een revalidatiecentrum herbergt. Er worden diverse gewonden (onder wie soldaten) van 7 oktober en daarna verpleegd. Helaas was het toch niet mogelijk hen te bezoeken. Wel hebben we de directeur van het revalidatiecentrum gesproken. In kibboets Revivim hoorden we van een van de betrokkenen bij First Home in the Homeland haar persoonlijke ervaringen op 7 oktober. Het maakte ons opnieuw bewust van de horror van die dag en vele persoonlijke drama’s. Dat werd nog versterkt door ons bezoek aan het terrein van het Nova Muziekfestival, waar bijna driehonderd jongeren in koelen bloede werden vermoord.

Morgen gaan de handen opnieuw uit de mouwen, dankbaar dat we op een heel praktische manier iets voor Israël mogen betekenen.

1 maart 14:55

We zijn weer thuis na een bijzondere week in Israël, alhoewel we allemaal nog een beetje moeten ‘landen’.

Dinsdag was onze tweede dag op de militaire basis in de buurt van Tel Aviv. Inmiddels waren we helemaal vertrouwd met de verwerking van de vele pallets voedselpakketten voor de soldaten in Gaza. Voor zover de tijd (of de lopende band) het toeliet, voorzagen we veel maaltijddozen van een persoonlijke boodschap: ‘Stay Strong’, ‘Am Israel Chai’ of ‘© from Holland’, in de hoop de soldaten die in Gaza moeten strijden iets van bemoediging mee te geven. Het was mooi om te midden van en samen mét IDF-ers de handen uit de mouwen te kunnen steken. Een aantal van hen was al een aantal maanden actief als reservist, weggeroepen uit het gewone leven om een bijdrage te leveren aan de verdediging van het land. En ook in dat opzicht is Israël een bijzonder volk, want de reservisten waren stuk voor stuk enorm gemotiveerd. ‘Als het land je nodig heeft, ben je gewoon beschikbaar.’ Dat gold zeker ook voor de buschauffeur die ons die morgen in Jeruzalem had opgehaald. Na enig doorvragen vertelde hij ruim anderhalve maand als tankcommandant actief te zijn geweest in Gaza. Hij was 51 en hoefde zich dus niet te melden (de leeftijdsgrens lag bij 45 jaar), maar nam zijn verantwoordelijkheid. En mocht de situatie in het noorden van Israël (verder) escaleren, is hij opnieuw beschikbaar voor de frontlinies.

Woensdagmorgen bezochten we – onderweg naar het vliegveld – het ‘Plein van de Gegijzelden’ in Tel Aviv. De zonovergoten ochtend stond in schril contrast met de rauwe werkelijkheid waarmee je op het plein geconfronteerd wordt. Een groot elektronisch bord geeft het aantal dagen, uren, minuten en seconden aan dat de resterende (134) gijzelaars al vastzitten in de hel van Gaza: 144 dagen op dat moment. En terwijl je op het plein loopt, tikken de minuten en seconden weg en besef je (opnieuw) de dringende urgentie van de vrijlating van de gegijzelden. De lange tafel op het plein is voor een deel feestelijk gedekt. Het symboliseert de inmiddels vrijgelaten gegijzelden. Op het andere deel van de tafel ligt een groezelig tafelkleed, staan flessen met vervuild water en vind je stukjes pitabrood met daarin een grote spijker. Een verwijzing naar de mensonterende omstandigheden waarin de gegijzelden worden vastgehouden (met vaak een pitabroodje – of deel daarvan – als het enige voedsel voor een hele dag). Bij de tafel ook twee kinderstoelen voor Kfir (1) en Ariel (4) Bibas, de twee jongste slachtoffers van de Hamas gijzelingsterreur.

Hoewel we zelf weinig van de fysieke oorlog gemerkt hebben, was de oorlog toch nooit ver weg. In ons hotel in Jeruzalem verbleven de nodige evacués: oudere mensen uit het noorden van Israël die door de dreiging van Hezbollah (en dagelijkse aanvallen) al maanden niet meer thuis kunnen zijn. Van sommigen was het huis door raketten uit Libanon compleet verwoest. De nabije toekomst is ook voor hen vooralsnog één groot vraagteken. Datzelfde geldt uiteraard voor de inwoners van de kibboetsen en dorpen langs de Gazastrook, die ook al maanden elders in het land zijn ondergebracht. De bedrijven waar we sinaasappels en clementines geplukt hebben, zouden zonder hulp veel van hun oogst verloren zien gaan. Werknemers zijn er door de oorlog niet meer: ze zijn óf actief als reservist, óf terug naar hun thuisland (veelal Thailand) óf kwamen uit Gaza (en mogen voorlopig niet meer in Israël werken).

En dan waren er de vele (korte) gesprekken met Israëli’s: in het hotel, de winkels, gewoon op straat, na de dienst die we op Shabbat bijwoonden, bij onze bezoeken, en zelfs in het vliegtuig. En overal klonk de fluistering van een dankbaar hart. Dankbaarheid omdat we juist in deze tijd naar Israël gekomen waren om te helpen. De Joden ervaren dat ze er voor een heel groot deel alleen voor staan. Daarom was de reis ook voor onszelf weer een wake-up call. Want niet alleen in Israël was het nodig de handen uit de mouwen te steken. Dat geldt ook nu we terug zijn in Nederland: door ons gebed voor Israël, door actief op te staan tegen antisemitisme, de leugens en de halve waarheden, door medechristenen te wijzen op Gods hart voor Israël en Zijn beloften voor Zijn volk en onze opdracht Israël tot zegen te zijn.

Bekijk hier een aantal foto’s (klik op een foto voor een vergroting):

Bron: https://www.christenenvoorisrael.nl/

Scroll naar boven